Bezoek in de nieuwe zalen van het KMKG (Art Nouveau en Art Deco)

Sinds 13 juni 2025 staat het Museum Kunst & Geschiedenis in het teken van het Jaar van de Art Deco. In twee zalen, samen goed voor 1200 m², wordt een indrukwekkend overzicht gepresenteerd van de rijke collecties meubels en gebruiksvoorwerpen uit de 19de eeuw, en uit de latere periodes van art nouveau en art deco. Deze spectaculaire verzamelingen bleven jarenlang verborgen voor het publiek.

Belgische art nouveau en art deco

In de eerste nieuwe zaal van 715 m² staat de Belgische art nouveau en art deco centraal. De nadruk ligt op de art nouveau, de stijl die rond 1900 in België ontstond en er een ongeziene bloei kende. Bezoekers krijgen een helder overzicht van de vormelijke diversiteit die zo kenmerkend is voor deze stroming in het welvarende België. Naast indrukwekkende realisaties van grootmeesters als Victor Horta en Henry van de Velde, is er ruime aandacht voor andere toonaangevende architecten en ontwerpers, zoals Paul Hankar, Léon Sneyers, Paul Hamesse, Gustave Serrurier-Bovy, Oscar van de Voorde en vele anderen.

Het absolute pronkstuk is de wintertuin die Victor Horta ontwierp voor de Brusselse ingenieur Jean Cousin. Deze monumentale constructie, in de jaren zestig ontmanteld, is nu volledig gerestaureerd en opnieuw opgebouwd in de tentoonstelling.

Ook de Belgische art deco krijgt een prominente plaats in dezelfde zaal. Deze stijl kende een doorbraak in 1925 tijdens de Internationale Tentoonstelling van Moderne Decoratieve en Industriële Kunsten in Parijs, waar België schitterde met zijn inzendingen. Echo’s van die triomf zijn hier te zien, naast talrijke andere markante voorbeelden van Belgische art deco uit het interbellum. Het overzicht loopt tot het jaar 1940.

De uitzonderlijke collecties art nouveau en art deco van het Museum Kunst & Geschiedenis zijn opgebouwd door gerichte aankopen en bruiklenen, steeds met een scherp oog voor artistieke kwaliteit. Voor veel bezoekers zal het bovendiein een verrassing om kennis te maken met wat zich achter de gevels van Brusselse art-nouveauwoningen schuilhield.

Sierkunsten uit de 19de eeuw

De tweede zaal, ongeveer 500 m² groot, focust op de sierkunsten uit de 19de eeuw. De tentoonstelling toont de evolutie van stijlen zoals empire, neogotiek en japonisme - die als voorloper geldt van de art nouveau.

Daarnaast worden maatschappelijke veranderingen thematisch belicht: de industrialisering, transport, vrije tijd, opvoeding van kinderen, en de opdeling van het interieur in gespecialiseerde vertrekken. Deze thema’s zijn vooral toegespitst op de leefwereld van de burgerij.

Ook in deze zaal schitteren topstukken. Zo is er het meubilair van de Franse meubelmakersfamilie Jacob, dat werd gebruikt tijdens het bal van de hertogin van Richmond aan de vooravond van de slag bij Quatre-Bras - drie dagen vóór Waterloo. Daarnaast zijn er kandelaars van de prestigieuze Parijse zilversmid Odiot, afkomstig uit de nalatenschap van graaf Thierry de Looz-Corswarem, te bewonderen als bruikleen van de Koning Boudewijnstichting.

Met deze tentoonstellingen komt ook de 19de eeuw opnieuw tot leven - in al haar Belgische én internationale glorie.